Marketeers, vertalers, schrijvers, fotografen, softwareontwikkelaars of andere creatieve ondernemers die literair of artistiek materiaal creëren genieten van een verlaagd belastingtarief voor auteursrechten. Dankzij een aanzienlijk kostenforfait genieten auteurs van lagere belastingen. Het saldo is dan onderworpen aan een roerende voorheffing van 15 procent. Belastingen op auteursrechten, hoe werkt dat precies?
Voorwaarden voor verlaagd belastingtarief op auteursrechten
Eerst en vooral geldt het verlaagd belastingtarief van 15 procent alleen voor eenmanszaken. Creatief werk wordt bij vennootschappen niet apart belast en maakt gewoon onderdeel uit van de algemene vennootschapsbelasting.
Daarnaast zijn er twee meer inhoudelijke voorwaarden:
- Je werk moet auteursrechtelijk beschermd zijn;
- Er is een inkomen uit de licentie of overdracht van het werk.
Hoewel in boek 11 art. 165 van het Wetboek van Economisch Recht alleen wordt gesproken over ‘literair en artistiek werk’ is de definitie van auteursrechtelijk beschermde werken veel ruimer. Het gaat bijvoorbeeld ook om technische of wetenschappelijke teksten, foto’s, productomschrijvingen, software, 3D-ontwerpen en databases.
Het werk moet het persoonlijk stempel van de auteur dragen en een zekere originaliteit hebben. Dat betekent dat de auteur uitdrukking geeft aan zijn creatieve geest zodat het werk de uitdrukking vormt van zijn of haar persoonlijkheid.
Het inkomen uit deze auteursrechten moet voortkomen uit de overdracht van het werk aan een derde. In de praktijk gaat het dan om de overdracht van het recht om het werk te verspreiden, te reproduceren of aan te passen. Dat kan in de vorm van een echte overdracht of in de vorm van een licentie.
Belastingtarief van 15% in plaats van 50%
Voor auteursrechten geldt een belastingtarief van 15%. In werkelijkheid ligt dit tarief nog lager omdat er een aantrekkelijke forfaitaire kostenregeling van toepassing is. Voor de inkomsten geïnd in 2021 is dat:
- 50% op de eerste schijf van €0 tot €16.680;
- 25% op de tweede schijf van €16.681 tot €33.360;
- Boven de €33.360 is er geen forfaitaire aftrek meer van beroepskosten.
De toepassing van deze forfaitaire kostenregeling betekent concreet een belastingtarief van 7,5% op de eerste schijf tot €16.680 en een tarief van 11,25% op de tweede schijf. Een enorm verschil met de normale tarieven die kunnen oplopen tot 50%. Uiteraard mag de auteur altijd kiezen voor de aftrek van reële kosten in plaats van forfaitaire kosten als dat voordeliger uitkomt.
Belasting in de vorm van roerende voorheffing
Omdat de belasting op auteursrechten geïnd wordt in de vorm van een roerende voorheffing is het uiteindelijk jouw klant die deze belasting moet doorstorten aan de schatkist. Het gaat dus om een belasting die vooraf wordt betaald.
Je zult facturen dus moeten opsplitsten in drie onderdelen:
- De vergoeding die aan jou betaald moet worden;
- Het deel van de vergoeding dat als auteursrechtelijk inkomen beschouwd moet worden (het deel van de vergoeding dat overeenstemt met de overdracht of licentie van auteursrechten);
- De roerende voorheffing die jouw klant moet doorstorten aan de fiscus.
Klanten moeten de roerende voorheffing dan registreren via MyMinfin > Tab ‘Mijn aangifte’ > ‘Roerende voorheffing’.
Hete hangijzers bij inkomen uit auteursrechten
Om onaangename verrassingen tijdens een belastingcontrole te vermijden, doe je er goed aan om de overdracht van auteursrechten vast te leggen in een contract. Het contract moet voldoende specifiek zijn wat betreft de vergoeding, de reikwijdte van de overdracht en de duur.
Een ander heet hangijzer is het deel van de factuur dat auteursrechten vertegenwoordigt. Dat hangt telkens af van de concrete situatie en kan variëren tussen de 1 en 100%. Het factuurbedrag staat voor de overdracht van het auteursrecht en niet noodzakelijk voor de gepresteerde uren. Ook daar biedt een helder contract met je klant uitkomst.
Nu je hier toch bent, zal je misschien ook willen weten waarom toegenomen telewerk een invloed heeft op de berekening van loonsverhogingen.